Ruimtes automatisch nummeren
U kunt ruimtes die u creëert automatisch laten nummeren of de nummers zelf ingeven. Indien u gebruik maakt van automatische nummering, kunt u via de opties in de categorie Nummering van het instellingenvenster voor ruimtes bepaalde voorkeuren opgeven en nummers aanpassen waar nodig.
Nummering op maat
|
Gereedschap |
Werkomgeving: Gereedschappenset |
|
Ruimte
|
Vectorworks Architectuur: Ruimtelijke planning en Architectuur Vectorworks Landschap en Spotlight: Manueel toevoegten aan werkomgeving (zie Werkomgevingen creëren en bewerken) |
Als u meer wilt dan een eenvoudig tekstlabel of oplopende nummering voor uw ruimtes, dan kunt u ook een nummering op maat creëren die verschillende elementen combineert.
Om een nummering op maat te creëren, bewerken of verwijderen:
Activeer het gereedschap en klik op de knop Instellingen.
Selecteer in het instellingenvenster de categorie Nummering. Klik op de knop Type ruimtenummer en selecteer ‘Bewerk combinaties’ om de beschikbare nummercombinaties te beheren.
Het dialoogvenster ‘Bewerk nummercombinaties’ wordt geopend.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergenKlik hier om de velden te tonen/te verbergen
|
Veld |
Omschrijving |
|
Naam combinatie |
Geef een beschrijvende naam op voor de combinatie. |
|
Nummer combinatie |
Geef informatie op die u in de nummering wilt opnemen. Selecteer één of meer items uit de lijst rechts om een oplopend nummer en/of ruimtegegevens toe te voegen. Om IFC-gegevens (zoals de vloerafwerking of het aantal personen) te specificeren, opent u de categorie Extra gegevens en selecteert u een veld uit de lijst met extra gegevens. Voeg statische tekst en leestakens toe waar gewenst. De nummering op maat kan bijvoorbeeld bestaan uit de naam van de gebruiker gevolgd door een schuine streep (/) en het automatisch toegekende nummer van de ruimte. Selecteer in de lijst met variabelen ‘Naam gebruiker’ en typ dan een schuine streep; selecteer vervolgens ‘Interval nummer ruimte’ uit de lijst. De Nummer combinatie ziet er dan als volgt uit: #Naam gebruiker# / #Interval nummer ruimte# |
|
Naam combinatie/ Definitie/ Bewaard in |
Hier ziet u informatie over de beschikbare nummercombinaties. Selecteer een item in de lijst om het te bewerken. Combinaties worden bewaard in uw gebruikersmap zodat u ze kunt hergebruiken in andere projecten. |
Om een nummercombinatie te bewerken:
Om een nieuwe combinatie te creëren, typt u een naam in het veld Naam combinatie en voegt u de gewenste tekst en variabelen toe. Klik op Bewaar; de combinatie wordt toegevoegd aan de lijst.
Om een combinatie te bewerken, selecteert u de combinatie uit de lijst en brengt u de nodige wijzigingen aan. Klik op Bewaar om de wijzigingen te bewaren.
Om een combinatie te verwijderen selecteert u de combinatie uit de lijst en klikt u op de Verwijder.
Ruimtenummers beheren
Soms kan het gebeuren dat u de automatische nummering manueel moet aanpassen. Zo zal na het verwijderen van een ruimte een van de nummers in de reeks ontbreken. Ook het omgekeerde is mogelijk: wanneer u een ruimte dupliceert, wordt het label mee gekopieerd en zal hetzelfde nummer gebruikt worden voor beide ruimtes.
Om de automatische nummering te beheren:
Selecteer een ruimte-object.
Klik in het Infopalet op de knop Beheer reeksen.
Het dialoogvenster ‘Beheer reeksen’ wordt geopend. Bewerk de nummerreeks zoals beschreven in Dialoogvenster voor Beheer reeksen.
Of, ga in het instellingenvenster naar de categorie Nummering en klik op Beheer.
