Zichtvensters bijwerken
Wijzigingen aan ontwerplagen worden in zichtvensters automatisch bijgewerkt, tenzij u zichtvensters gerenderd weergeeft. In dat geval zal aangegeven worden dat het zichtvenster moet worden bijgewerkt.
Als u een laag met daarop een bij te werken zichtvenster afdrukt, zal Vectorworks u vragen of u het zichtvenster als dusdanig wilt afdrukken of het eerst wilt bijwerken alvorens het af te drukken.
Het bijwerken van met Renderworks gerenderde zichtvensters gebeurt in de achtergrond; niet-bijgesneden zichtvensters gerenderd met ‘Achterliggende lijnen verbergen’ en ‘Achterliggende lijnen tonen’ worden eveneens in de achtergrond bijgewerkt. Tijdens het renderen in de achtergrond kunt u verderwerken aan het bestand. Zie Rendering van zichtvensters starten in de achtergrond.
Geselecteerde zichtvensters bijwerken
Commando |
Locatie |
Geselecteerde zichtvensters bijwerken |
Weergave Contextmenu |
Om geselecteerde zichtvensters bij te werken:
Selecteer de zichtvensters die u wenst bij te werken.
Klik op de knop Bijwerken in het Infopalet. Of: selecteer het commando of klik met rechts op een zichtvenster en selecteer Bijwerken in het contextmenu.
Alle zichtvensters bijwerken
Commando |
Locatie |
Alle zichtvensters bijwerken |
Weergave |
Om alle zichtvensters bij te werken:
Selecteer het commando.
Alle presentatielaagzichtvensters worden bijgewerkt.
Bijwerken van zichtvensters annuleren
Commando |
Locatie |
Annuleer bijwerken |
Weergave |
Om het bijwerken van alle zichtvensters te annuleren, inclusief die in de wachtrij voor achtergrondrendering:
Selecteer het commando.
Het bijwerken van de zichtvensters wordt geannuleerd.
Om het bijwerken van geselecteerde zichtvensters te annuleren:
Selecteer de zichtvensters die u wenst bij te werken.
Klik in het Infopalet op de knop Annuleer bijwerken.
Het bijwerken van de zichtvensters wordt geannuleerd.