ArchLand03153.pngHellende verhardingen bewerken

Als een verharding een helling heeft, kunt u de eigenschappen van de helling veranderen via de parameters in het Infopalet en/of door de controlepunten van de helling aan te passen en de hoeken van de verharding in een 3D-aanzicht te vervormen.

Selecteer in de keuzelijst Helling de methode die u wenst te gebruiken om de helling te definiëren en geef een waarde in. Als u de optie Geen selecteert, worden de parameters voor de helling niet weergegeven. Van zodra u waarden invult in het Infopalet, passen de andere parameters zich automatisch aan.

Een hellende berm kan afgebakend worden. De verharding wordt gekenmerkt door enerzijds een referentiepunt waaraan een hoogte is toegekend en anderzijds een stippellijn die punten op diezelfde hoogte verbindt. Deze stippellijn bepaalt de parameter Hoek hellingslijn in het Infopalet. Deze lijn is enkel zichtbaar wanneer de verharding geselecteerd is met het gereedschap Selectie en wordt niet afgedrukt. Alle punten van de lijn liggen op dezelfde hoogte. Verplaats de controlepunten om aan te geven hoe de verharding overgaat in de helling. De hoek van de hellingslijn moet steeds tussen 1 en 90 graden liggen ten opzichte van de hellingsvector (de berm kan niet parallel lopen met de hellende verharding of er haaks op staan).

Naast een verharding met een helling, kunt u nog één of twee hellingsassen definiëren: Helling A en Helling B. Hellingspijlen kunnen worden weergegeven op de verharding om de hellingshoeken van de basishelling en de twee zelf gedefinieerde assen weer te geven. Selecteer hiervoor Toon helling, Toon helling A en/of Toon helling B. De hellingspijlen zijn interactief: als u een controlepunt verplaatst om de richting van de helling aan te passen, wordt de helling op die locatie weergegeven. De controlepunten van de hellingspijlen zijn enkel zichtbaar als u de verharding geselecteerd heeft met het gereedschap Selectie. Deze worden ook niet afgedrukt.

Gebruik de parameter Hoogte aan uiteinde in het Infopalet om verhardingen die onderaan een helling samenkomen, op dezelfde hoogte te laten eindigen. De vlakken van twee verhardingen vallen samen wanneer hun hoogtelijnen parallel lopen en het beginpunt van één van de verhardingen zich in het vlak van de andere bevindt.

Selecteer in 2D/Planaanzicht de controlepunten van de hellingspijlen of de referentiehoogtelijn om de helling weer te geven op die locatie. Aanpassingen aan de helling via het Infopalet zullen ook de andere hellingsparameters beïnvloeden. Bepaal het hellingsvlak door de helling en de hoek van de referentiehoogtelijn te veranderen of door helling A en helling B aan te passen.

In 2D/Planaanzicht verandert het gereedschap Vervorm object de vorm van de verharding. Als de verharding een helling heeft, kunt u dit gereedschap in 3D-weergave gebruiken om de hoogte op de hoeken van de verharding aan te passen.

Verhardingen bewerken

Verhardingen creëren