Shaded - instellingen

Commando

Locatie

Shaded instellingen

Weergave > Rendering

Met Shaded creëert u in weinig tijd en op interactieve wijze een goede-kwaliteitsrendering van uw model.

Shaded rendert maximaal acht lichtbronnen in een tekening; het toevoegen van extra omgevingslicht, een zon, gloeilamp of spot hebben geen effect. U kunt eventueel wel lichtbronnen op maat, buislampen of lichten d.m.v. oppervlak toevoegen voor een meer realistischere weergave.

Gebruik de Shaded-instellingen om de mate van detail in gerenderde beelden te bepalen, die op hun beurt een invloed hebben op de snelheid van de rendering (minder details maken de rendering sneller). Wanneer u de instellingen voor Shaded wijzigt terwijl de Shaded-rendermethode is ingeschakeld, wordt de tekening onmiddellijk opnieuw gerenderd.

De opgegeven instellingen gelden alleen voor de huidige tekening; ze blijven van kracht in uw tekening totdat de instellingen worden gewijzigd. De huidige Lijnrendering-instellingen worden bovendien opgeslagen wanneer u een sjabloon creëert (zie Concept: Sjablonen).

De rendermethode Shaded biedt u extra functies die u helpen een scène te bekijken en aan te passen voordat u rendert met Renderworks.

Schakel de functie Toon ribben in om objecten duidelijker uit te laten komen in het gerenderde beeld. Deze functie heeft betrekking op de ribben die u kunt tonen of verbergen met de rendermethode Achterliggende lijnen tonen / Achterliggende lijnen verbergen.

Vink de optie Schaduw aan om te zien hoe de schaduwen vallen met verschillende soorten verlichting; pas de lichten eventueel aan. Wanneer de hardware van uw systeem en videokaart krachtig genoeg zijn, worden complexe, zeer nauwkeurige schaduwen gebruikt voor Shaded. Deze optie kunt u alsnog uitschakelen om kwaliteits- of instabiliteitsproblemen te voorkomen (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie 3D.

Met Shaded kunt u Renderworksachtergronden met één kleur, twee kleuren, natuurgetrouwe lucht en achtergronden op basis van afbeeldingen en panoramische afbeeldingen weergeven. Achtergronden van het type Wolk zijn niet mogelijk. (Zie Renderworksachtergronden creëren voor meer informatie.)

Shaded wordt gebruikt tijdens het navigeren met gereedschappen zoals Vlieg over of Wandel door wanneer een van de Renderworksmethoden actief is. Shaded kan ook dienen om een voorvertoning van een gerenderde scène te creëren voordat u met Renderworks aan de slag gaat.

Objecten aangemaakt d.m.v. draadwerk kunnen bij het renderen vloeiender worden weergegeven. Om alle objecten in het huidige document volgens dezelfde drempelwaarde af te vlakken, vinkt u in de Documentvoorkeuren de optie Afvlakken d.m.v. drempelwaarde aan (zie Voorkeuren document: tabblad Weergave). Wilt u per object de kwaliteit van de afvlakking bepalen, dan gebruikt u de optie ‘Drempelwaarde op maat’ in de keuzelijst Afvlakken op het tabblad Rendering van het Infopalet (zie Texturen van objecten beheren vanuit het Infopalet).

Om de instellingen voor Shaded te bepalen:

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Shaded - instellingen’ wordt geopend. Stel hier de parameters in.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergenKlik hier om de velden te tonen/te verbergen

Veld

Omschrijving

Segmenteringskwaliteit

Hiermee bepaalt u de mate van detail. Een lage instelling verhoogt de snelheid van de rendering.

Texturen

Vink deze optie aan om te renderen met de toegekende texturen. Hierdoor bekomt u een meer gedetailleerd resultaat, wat meestal gewenst is, maar een langere rendertijd vraagt.

Sommige shaders zijn bedoeld voor gebruik in combinatie met de Renderworks rendermethodes. In Shaded zal het uitzicht van deze shaders bij benadering worden weergegeven. Mogelijk is er een verschil met het effect dat u bekomt bij gebruik van een Renderworks rendermethode.

Gebruik kleuren

Vink deze optie aan om kleuren en texturen met kleuren te renderen in kleur. Vink deze optie uit om alles in het wit te renderen.

Anti-Aliasing

Vink deze optie aan om de gekartelde weergave van randen te verminderen. Opgelet: als uw videokaart geen anti-aliasing ondersteunt, is deze optie niet actief.

Toon ribben

Vink deze optie aan om de ribben van objecten weer te geven als lijnen van een bepaalde dikte. Dit zijn dezelfde lijnen die getekend worden met de methode ‘Achterliggende lijnen verbergen’. Deze lijnen bakenen de objectranden af; splits een object in meerdere objecten indien u meer ribben wenst te creëren.

Dikte (pixels)

Geef een waarde op tussen 1 en 16 pixels voor de lijndikte van de ribben.

Drempelwaarde

Als de optie Toon ribben is geselecteerd, zullen oppervlakken die een grotere hoek maken dan deze drempelwaarde, geaccentueerde ribben vertonen. Geef 0 op als waarde om geen ribben te accentueren. De drempelwaarde staat standaard ingesteld op 70 graden.

Schaduw

Vink deze optie aan om te renderen met schaduwen (alleen de schaduwen die op objecten vallen; schaduwen op het actieve ontwerplaagvlak worden niet weergegeven).

Kwaliteit

Selecteer, indien u render met schaduwen, de Kwaliteit voor de schaduwranden (een lage instelling gebruikt minder geheugen en rendert sneller).

Alleen op grondvlak

Vink deze bijkomende optie aan om schaduwen alleen op het grondvlak te werpen (meestal het actieve ontwerplaagvlak) en niet op andere objecten.

Renderworks rendermethodes