Eigenschappen van animatiepaden

Veel eigenschappen van een animatiepad kunnen alleen worden gedefinieerd en bewerkt via het Infopalet. Voor andere bewerkingen is een combinatie van manuele handelingen in de tekening en wijzigingen aan de parameters mogelijk (zie Animaties bewerken).

Veld

Omschrijving

Lengte

Dit is de lengte van het pad.

Type pad

Dit is het type pad. Afhankelijk van het type, zullen animatiepaden een ander gedrag vertonen (zie Types animatiepaden).

Duur

Geef de totale duurtijd voor de animatie op.

Deze parameter is gelinkt aan het veld Duur in het dialoogvenster ‘Creëer video’; wanneer u de waarde op één plaats wijzigt, verandert de waarde op de andere plaats automatisch mee.

Hoogte camera

Voor paden van het type “Virtuele wandeling” dient u de camerahoogte op te geven. De camera beweegt zich over het oppervlak van de actieve ontwerplaag (mogelijk is dit niet dezelfde laag als waar het animatiepad zich op bevindt) en volgt daarbij het terrein/plaatoppervlak. De camera kan ook trappen op de actieve laag beklimmen.

Voorvertoning

 

Afspelen

Klik op deze knop om de animatie in eerste- of derde-persoon en in één of meerdere deelvensters af te spelen; de animatie begint te spelen vanaf het geselecteerde hoofdframe.

Pauze

Klik op deze knop om een afspelende animatie te pauzeren. Tijdens deze pauze kunt u de parameters in het Infopalet bewerken.

Naar einde

Met deze knop selecteert u het laatste hoofdframe op het pad.

Naar begin

Met deze knop selecteert u het eerste hoofdframe op het pad.

Tijd (0%–100%)

Geef een getal op of versleep de schuifknop om de camera naar een bepaalde locatie (moment) op het animatiepad te verplaatsen; een locatie (of moment) wordt hier uitgedrukt als een percentage van de Duur.

Activeer cameraweergave

(verschijnt wanneer er geen camera actief is)

Met deze knop linkt u het aanzicht in het geselecteerde deelvenster aan de camera op het animatiepad; zodra u de camera actief maakt, verandert het aanzicht naar dat van de cameraweergave op het pad.

Deactiveer cameraweergave

(Verschijnt wanneer een camera geactiveerd wordt)

Met deze knop verbreekt u de link tussen het aanzicht in het deelvenster en de camerapositie.

De live cameraweergave wordt automatisch gedeactiveerd wanneer u in de tekening navigeert (met uitzondering van het bewerken van de hoofdframes of de parameters in het Infopalet). Hetzelfde 3D-aanzicht op maat blijft zichtbaar, maar de koppeling met het animatiepad is niet langer actief. Met de knop Activeer cameraweergave kunt u de koppeling met het actieve aanzicht herstellen.

Open cameraweergave in nieuw venster

Klik op deze knop om een nieuw, zwevend venster te openen met daarin het aanzicht van de geactiveerde cameraweergave.

Hoofdframe

 

Hoofdframe

Gebruik de pijlknoppen naar links en rechts om het vorige of volgende hoofdframe op het pad te selecteren.

Voeg hoofdframe toe

Wanneer de camera op een locatie is geplaatst zonder bestaand hoofdframe, kunt u met deze knop een nieuw hoofdframe creëren; dit wordt op de huidige locatie van de camerabasis toegevoegd (zie Hoofdframes toevoegen en verwijderen).

Verwijder hoofdframe

Klik op deze knop om het geselecteerde hoofdframe te verwijderen.

Snelheid (-99%–100%)

Geef een procentuele waarde op of versleep de schuifknop om de snelheid van de camera binnen het geselecteerde hoofdframe te bepalen. Merk op: dit is geen absolute snelheid, maar de snelheid in verhouding tot de andere hoofdframes op het pad (zie Camerasnelheid aanpassen).

Kijkhoek (12°–130°)

Geef een procentuele waarde op of versleep de schuifknop om de kijkhoek van de camera in te stellen.

U kunt deze eigenschap ook manueel in de tekening aanpassen (zie De kijkhoek van de camera wijzigen).

Toon beelden d.m.v. loci

Vink deze optie aan om elk cameraframe op het pad door een locus aan te geven. In stukken waar frames dicht bij elkaar liggen, zal de camera trager vooruitgaan. In stukken waar frames verder uit elkaar liggen, zal de camera sneller vooruitgaan.

Hoofdframes

Dit is het aantal hoofdframes op het animatiepad.

Animatie

 

Creëer video

Klik op deze knop om het dialoogvenster ‘Creëer video’ te openen en een videobestand voor te bereiden dat u kunt delen (zie Een animatievideo creëren).

Naam

Geef een naam op voor het animatiepad. Opgelet: de naam moet uniek zijn op de ontwerplaag.

Virtuele modellen

Een animatie in Vectorworks afspelen