Afbeeldingshulpbronnen creëren en bewerken

Afbeeldingshulpbronnen creëert u door nieuwe afbeeldingsbestanden te importeren of door bestaande afbeeldingshulpbronnen te bewerken.

Wijzigingen aan de afbeelding zullen worden toegepast op elke plaats in de tekening waar de afbeelding is gebruikt.

Om een afbeeldingshulpbron te creëren of te bewerken:

Volg een van onderstaande werkwijzen:

Om een afbeeldingshulpbron te creëren: selecteer Bestand > Importeer > Importeer afbeelding. Selecteer vervolgens de afbeelding die u wilt importeren. OF: klik op het te importeren bestand en sleep het in een open Vectorworksdocument. Ga verder met stap 3.

Om een afbeeldingshulpbron te creëren via het Hulpbronnenbeheer: klik op de knop Nieuwe hulpbron, selecteer Afbeelding en klik op Creëer. OF: Selecteer in de filter van het Hulpbronnenbeheer ‘Afbeeldingen’ als type hulpbron en klik op de knop Nieuw(e) Afbeelding

Om een nieuwe afbeeldingshulpbron te creëren vanaf een bestaande hulpbron in het Hulpbronnenbeheer: klik met rechts op de hulpbron en selecteer Dupliceer in het contextmenu. Geef een naam op voor de nieuwe afbeeldingshulpbron in het dialoogvenster ‘Naam’. Klik in het Hulpbronnenbeheer met rechts op de nieuwe hulpbron en selecteer Bewerk kenmerken afbeelding of Bewerk beeldeffecten in het contextmenu. Zie de punten hieronder voor meer informatie over deze commando’s.

Om een afbeeldingshulpbron in het Hulpbronnenbeheer te bewerken: klik met rechts op de hulpbron en selecteer Bewerk kenmerken afbeelding in het contextmenu om de kleurmodus, compressie of resolutie aan te passen (zie Een afbeelding importeren).

Om een afbeeldingshulpbron in het Hulpbronnenbeheer te bewerken: klik met rechts op de hulpbron en selecteer Bewerk beeldeffecten in het contextmenu om meer geavanceerde opties aan te passen zoals de belichting, schaduwen en scherpte (zie Beeldeffecten).

Als u een hulpbron via het Hulpbronnenbeheer creëert en uw bestand nog geen afbeeldingshulpbronnen bevat, selecteer dan het afbeeldingsbestand en ga verder met stap 3. Als er reeds een afbeeldingshulpbron in het bestand aanwezig is, wordt het dialoogvenster ‘Selecteer afbeelding’ geopend.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergenKlik hier om de velden te tonen/te verbergen

Parameter

Omschrijving

Importeer afbeelding

Selecteer deze instelling om een nieuw afbeeldingsbestand te importeren. De hulpbron wordt bewaard onder de naam van het originele afbeeldingsbestand.

Hergebruik een afbeelding van een andere hulpbron

Selecteer deze optie om een al geïmporteerde afbeelding te gebruiken. Selecteer vervolgens de hulpbron die de gewenste afbeelding bevat. De hulpbron wordt bewaard onder de naam “Afbeelding” gevolgd door een nummer.

Stel in het dialoogvenster ‘Importeer afbeelding’ de importopties naar wens in. Zie Een afbeelding importeren.

U kunt geïmporteerde afbeeldingshulpbronnen die geen JPEG-formaat hebben alsnog comprimeren naar JPEG door middel van het commando Comprimeer afbeeldingen. Zie Afbeeldingen comprimeren.

Vulling toepassen

De projectie van een afbeelding bewerken